Welke labelprinter past bij jouw bedrijf?

De vraag die je als eerste moet beantwoorden, is of je voor kleur kiest of voor zwart-wit. Met kleur kun je een label er een stuk aantrekkelijker uit laten zien, maar soms volstaat zwart-wit. Bijvoorbeeld als je je labels alleen maar functioneel gebruikt. Een label met alleen een barcode en de naam van het product bijvoorbeeld kan prima in zwart-wit geprint worden. Dat geldt ook voor verzendetiketten.

Kies je voor kleur, dan heb je sowieso een inkjetprinter nodig. Ga je voor zwart-wit, dan zijn verschillende printtechnieken geschikt: direct thermisch en thermisch transfer.

De volgende vraag is hoe je de labels gaat gebruiken. Gebruik je ze eenmalig en direct na het printen? Of moeten ze ook over een paar jaar nog goed leesbaar zijn? Moeten ze bestand zijn tegen krassen, extreme weersomstandigheden of bijtende stoffen? Permanent plakken of juist makkelijk te verwijderen? Al deze factoren bepalen welke printtechniek het meest geschikt is voor zwart-wit labels: direct thermisch of thermisch.

De thermisch direct printtechniek is alleen geschikt voor etiketten die niet heel lang mee hoeven te gaan. Denk aan verzendetiketten, etiketten voor producten met een hoge omloopsnelheid en kassabonnen. Printers die gebruikmaken van deze techniek hebben geen printlint. Het papier van de labels reageert op de warmte van de printkop en wordt zwart. Bijkomend voordeel van een printer zonder printlint: minder kosten.

Bij de thermisch transfer printtechniek wordt de informatie vanaf een printlint op het etiket gedrukt. Daar waar de printkop heet wordt tijdens het printen, wordt de inkt van het lint op het label aangebracht. Het grote voordeel van deze printtechniek is dat je etiketten veel langer leesbaar blijven. Er zijn speciale linten en labels beschikbaar voor verschillende omstandigheden. Dat maakt ze bestand tegen bijvoorbeeld extreme temperaturen, droogte of juist vocht en bijtende stoffen.

Verwacht je minder dan twee rollen labels per week te printen? Dan volstaat een compacte desktop-printer waarschijnlijk wel. Ga je echt meer volume printen? Dan heb je een krachtigere printer nodig. Ook als de printer in een bijzondere omgeving komt te staan, bijvoorbeeld met veel stof, kom je algauw uit bij een industriële printer. Die zijn namelijk een stuk robuuster, beter beschermd en stootbestendig.

Natuurlijk is ook het formaat van de labels bepalend voor het type printer dat bij jou past. Of je nu een kleine desktopprinter koopt of een robuuste industriële printer, uiteindelijk moet elk label uit de printer komen rollen. De breedte van de printkop bepaalt de maximale breedte van de labels die de machine kan printen. De meeste printers hebben een maximale rolbreedte van 4 inches (10,16 centimeter) of 8 inches (20,36 centimeter).

Natuurlijk kun je je ontwerp ook een kwartslag draaien, zodat je de rollengte van de etiketten gebruikt om een bepaalde breedte te bereiken. Er zijn heel wat verschillende rollen verkrijgbaar. Maar hoe je het ook draait of keert – er zit altijd een maximum aan de lengte of de breedte van je etiket. En moet je etiket vierkant zijn? Dan is de breedte natuurlijk allesbepalend.

Als je van je etiketten echte ‘smart labels’ wilt maken, heb je een printer nodig die RFID ondersteunt. RFID staat voor Radio Frequency IDentification en is een verzamelnaam voor technologieën die radiogolven gebruiken om personen of objecten op afstand automatisch te identificeren. Door labels van RFID-chips te voorzien, kunnen ze bijvoorbeeld worden gebruikt om goederen te beveiligen of artikelen via track & trace te volgen. De chips in de labels worden (op afstand) gescand en geregistreerd.

Een laatste vraag waar je over na moet denken voordat je een labelprinter aanschaft, is hoe belangrijk snelheid en kwaliteit zijn. De beeldkwaliteit van prints hangt af van het aantal DPI waar je in afdrukt. DPI staat voor dots per inch. Simpel gezegd: hoe meer puntjes per inch, hoe gedetailleerder en scherper je beeld. Dat kan belangrijk zijn als je heel precies en nauwkeurig wilt printen op kleine labels. Er is echter wel een keerzijde. Printen met een hoge DPI maakt de printer vaak minder snel. Als de beeldkwaliteit van je labels het allerbelangrijkst is, kies je natuurlijk een printer die een hoge DPI aankan. Maar neem wel altijd in je afweging mee hoeveel labels je per dag wilt gaan printen. Misschien maak je dan toch de keuze voor een snellere printer met een lagere DPI. Of betaal je liever wat meer om snel te kunnen printen, mét een hoge DPI.