Als specialist in het bedrukken van plastic passen krijgen we regelmatig vragen van klanten over druktechnieken. Een veel gestelde vraag is het verschil tussen pixels en vectoren. Want wat is nou de beste keuze? En waar moet je rekening mee houden? In dit blog zetten we de belangrijkste zaken op een rij.
Pixels & dpi
Als we het over scherpte hebben, is de topic pixels en vectoren meer dan relevant. Beide hebben namelijk impact op de beeld- en drukkwaliteit. Bij pixels heb je te maken met afbeeldingen die uit een vaststaand aantal punten bestaan. Deze druk je uit in dpi (dots per inch). Zo betekent 300 dpi dat je 300 puntjes per inch drukt. Bij 600 dpi druk je 600 puntjes per inch, dus veel gedetailleerder en scherper. Deze vaststaande punten zijn ook meteen het nadeel; als je de afbeelding te veel vergroot, wordt deze al snel korrelig.
Hoever je kunt gaan binnen het drukproces qua dpi hangt af van je apparatuur. Met een reguliere drukpers zie je bijvoorbeeld het verschil tussen 300 en 450 dpi niet. Bij DCP gebruiken we echter een speciale drukpers die veel kleinere drukpuntjes zet, waardoor je ook daadwerkelijk het verschil in scherpte terugziet. Dit is bijvoorbeeld relevant als je een pas hebt met diverse kleine beeldelementen, zoals logo’s. Het is dan ook belangrijk dat het bronbestand rekening houdt met de gewenste dpi.
Je herkent pixel afbeeldingen over het algemeen aan de bestandsformaten gif, jpeg, tiff, psd of bmp. Wil je deze bewerken? Dan is Photoshop de meest gebruikte software. Onderstaand een voorbeeld van het verschil tussen een afbeelding op basis van pixels of opgebouwd uit vectoren.
Het logo van DCP opgeslagen als jpeg-bestand (dus pixels) en daarna iets vergroot
Het logo van DCP opgeslagen als svg-bestand (dus vectoren). Zelfs als je inzoomt met je browser, blijft het logo haarscherp.
Vectoren: lpi & oneindige schaalbaarheid
In tegenstelling tot pixels bestaan vectoren uit allemaal verschillende (wiskundige) objecten. Deze zijn opgebouwd uit lijnen en ankerpunten met ieder een aparte kleur, vulling en lijnsoort. Achter deze vlakken zit een wiskundige berekening, waardoor deze automatisch opnieuw schaalt als je het formaat wijzigt. Je zoomt dus niet in of uit, maar geeft een nieuw formaat mee. Zo kun je eenvoudig (oneindig) herschalen, zonder dat de afbeelding scherpte verliest.
Maak je bijvoorbeeld een afbeelding van 1 x 1 cm opeens 1 x 1 meter, dan nog blijft de tekst of het logo even scherp. Dit in tegenstelling tot pixels, waarbij de pixel gewoon dubbel zo groot wordt en de kans op wazigheid vergroot. Vergelijk het met een mozaïek tegelmuur. Deze is van afstand een mooi geheel, maar van dichtbij zie je alle naden en losse elementen.
Vectorbestanden hebben dus het voordeel dat ze scherp blijven, vormen behouden blijven en minder werkgeheugen nodig is. Deze bestanden hebben meestal de extensie eps, ai of svg en bewerk je bijvoorbeeld in Adobe Illustrator of CorelDraw.
Wat lever je aan?
Wil je een pas laten bedrukken? Dan hebben we een bronbestand nodig waarin het gewenste ontwerp in voldoende kwaliteit is opgenomen. In lijn met bovenstaand verhaal geldt vooral voor pixel afbeeldingen dat deze voldoende dpi is. Uitvergroten resulteert namelijk in een korrelig resultaat. Wil je zeker weten dat je het juiste bestand aanlevert? Neem dan ook even een kijkje op deze pagina met aanleverspecificaties.
Meer weten over drukwerk?
Wil je meer weten over druktechnieken of de mogelijkheden van plastic pasjes? Kijk dan ook eens naar onze andere blogs of neem vrijblijvend contact op. We vertellen je graag meer.